De verfilming van Philip Huffs gelijknamige roman uit 2012 lijkt in eerste instantie te gaan over uitspattingen in het Amsterdamse studentencorps.
De brallerige corpora staan al jaren bekend om hun psychisch en fysiek gewelddadige ontgroeningen, maar de drie jonge vrienden Philip, Mat en Jacob kampen vooral met vaderproblemen.
Het studentenhuis en de sociëteit zijn het decor van hun worsteling met familie en identiteit. Jonge vrouwen hebben slechts bijrolletjes als opgeruimde huwelijkskandidate of stoere stoeipoes. De vriendengroep krijgt te maken met verborgen homoseksualiteit en zelfdoding, met maskers waarachter poses en verdriet schuilgaan, allemaal te herleiden tot afwezige of te aanwezige vaders.
