‘Je hebt een rugzakje nodig om in te kunnen voelen’

“Ons gezicht staat niet de hele dag op neutraal. Als we de klapdeuren door zijn en samen in de keuken staan, moeten we ook wel even een grapje maken of ventileren bij elkaar. Anders verlamt al dat dagelijkse verdriet”, zegt Gert Althof (54). 

Hij is sinds 2007 eigenaar van Rouwcentrum Schaftenaar en werkt al ruim twintig jaar in de uitvaartzorg

“Ik had het al op vrij jonge leeftijd bepaald, dat dit is wat ik wilde doen. Maar niet zonder levenservaring, dat kon niet. Want bij zoveel emotie, heb je een stukje ervaring nodig om het te kunnen begrijpen. Je hebt een rugzakje nodig om in te kunnen voelen.”

Zelfs na twintig jaar blijft de dood een mysterie. “Een fascinerend iets. Iemand op weg helpen iets te doen dat niemand wil, waar niemand kan volgen.” Ook Bert van Oosten (52), sinds 2005 werkzaam bij Schaftenaar, heeft altijd al wat met de dood gehad, maar is ook van mening dat uitvaartverzorger niet zomaar een beroep is dat je kunt kiezen als je klaar bent met school, het kiest jou. “Ik werd drager bij Schaftenaar, later deed ik daar ook een stukje verzorging bij. Toen er een plaatsje vrij kwam, ben ik daar vol overtuiging in gestapt. Ik vind vooral het dienstverlenende erg mooi, het ontzorgen.” Wat moeilijk blijft, voor beide, is een ‘onnatuurlijk’ sterven. “Als iemand het leven geleefd heeft, is een afscheid een volgende stap, dat maakt het proces ‘te doen’. Maar een uitvaart van een kind, dat is zo heftig, zo tegennatuurlijk, dat zuigt je helemaal leeg.” Het mooie aan hun werk, vinden ze hun bijdrage aan de rouwverwerking. “Rouwverwerking begint met het afscheid. Wij kunnen rationeel voor ze denken, mogen daarin sturing geven. Natuurlijk laten we ze niet ‘blij’ achter, maar hopen hen wel te helpen vooruit te kijken.”

De dood bespreekbaar maken
Samen met stagiaire Karin en een aantal gastheren en gastvrouwen, staan ze 24 uur per etmaal klaar. “Er is heus wel eens rust, vakantie, of geen dienst, maar het lijkt wel alsof het in je dna zit”, aldus Gert. De afgelopen twintig jaar heeft hij veel zien veranderen in zijn branche. “Er zijn heel veel zelfstandige uitvaartverzorgers bij gekomen. Er is veel meer ruimte voor een hele persoonlijke uitvaart en mensen zijn mondiger geworden. Veel dingen zijn bespreekbaar. “En dat is goed, het bespreekbaar maken van de dood.” Toch ziet hij nog vaak dat mensen, zelfs als ze al langere tijd weten dat ze gaan sterven, er niet op zijn voorbereid. “Zelfs als mensen in een hospice overlijden. Daar worden ze door de mensen die hen verzorgen wel gewezen op wat er na het overlijden allemaal gebeurt, maar dat wil niet zeggen dat ze bereid zijn daar over na te denken. Soms is het ook gewoon struisvogelpolitiek en ‘overvalt’ de dood je alsnog.”

Gert en Bert zouden graag zien dat mensen in hun leven, als er nog geen sprake is van een overlijden binnen afzienbare tijd, na gaan denken over wat ze willen na hun dood. “Veel mensen laten het over aan hun nabestaanden, omdat ze er ‘toch geen last meer van hebben’. Maar zo aardig is dat helemaal niet. Je nabestaanden er mee opzadelen.” Daarnaast hebben Althof en Van Oosten ook gewoon goede tips. “De verzekering die je afsluit bijvoorbeeld, als je daar even over na durft te denken, bij stil durft te staan, kan het je nabestaanden straks veel rust geven.” Daarbij, zeggen ze lachend, “vaak weten de mensen prima wat er allemaal kan, maar hebben ze geen idee wat het allemaal kost.” 

Gert Althof en Bert van Oosten Rouwcentrum Schaftenaar
(Gert Althof en Bert van Oosten)