Vuurwerkverbod tijdens Oud en Nieuw

Door het coronavirus is de werkdruk in de ziekenhuizen erg hoog. Het afsteken van vuurwerk zorgt jaarlijks voor extra drukte op de Spoedeisende Hulp, in de huisartsenposten en voor de handhavers. Daarom heeft het Kabinet besloten dat tijdens deze jaarwisseling 2020-2021 geen vuurwerk verkocht en afgestoken mag worden.

Waarom een tijdelijk verbod?

Tijdens de jaarwisseling 2020-2021 is het verboden vuurwerk te verkopen en af te steken. Door corona hebben ziekenhuizen geen plek voor extra patiënten. Het kabinet besloot 13 november tot dit tijdelijke verbod in de ministerraad.

Elk jaar zorgt vuurwerk tijdens de jaarwisseling voor extra drukte op de Spoedeisende hulp (SEH) en bij Huisartsenposten (HAP). Afgelopen jaar werden hier op 31 december 2019 en 1 januari 2020 1300 mensen behandeld voor vuurwerkletsel. Maar ook  hulpverleners zoals politie en BOA’s moeten tijdens de jaarwisseling vaak optreden bij vuurwerkincidenten.

Het verbod op het verkopen en afsteken van vuurwerk geldt voor al het ‘oudejaarsvuurwerk’. Alleen fop- en schertsvuurwerk (categorie F1 vuurwerk) is nog wel toegestaan. Dit vuurwerk is het hele jaar te koop en mag vanaf 12 jaar worden gebruikt.

Voorzitters van de veiligheidsregio’s, SEH-artsen, vertegenwoordigers uit de zorg en hulpverlening, de politie en de politie- en BOA-bonden willen de verkoop en het afsteken van eindejaarsvuurwerk dit jaar beperken. Ook de Tweede Kamer wil de druk op de artsen en verpleegkundigen in de ziekenhuizen en huisartsenposten verminderen. En ook de druk op de handhavers op straat.

Door dit jaar geen vuurwerk af te steken draagt iedereen bij aan het ontlasten van de medewerkers in de zorg, hulpverlening, politie en BOA’s.

Wat betekent dit voor vuurwerkverkopers?
Ondernemers in de vuurwerksector kunnen hun vuurwerk niet verkopen. Het kabinet komt met een tegemoetkoming in de kosten voor de veilige opslag en het veilige vervoer van niet-verkocht vuurwerk. Verder kunnen zij ook gebruik maken van de algemene steunmaatregelen regelingen, zoals de TVL- en de NOW-regeling. Hiervoor trekt het kabinet in totaal zo’n 40 miljoen euro uit.