Deel Horster recreatieparken vormen straks om tot woonwijken

Door Harry Schipper - Nu zijn het bij elkaar veertien vakantie- en recreatieparken, daar bij het buurtschap Horst, zuidelijk van het bebouwde deel van de Horsterweg, maar over een paar jaar zouden een paar daarvan zomaar een nieuwe woonwijk van Horst kunnen vormen. 

Het Ermelose college van B en W heeft namelijk een klap gegeven op de concept omgevingsvisie voor het 23 hectare grote gebied, het ‘recreatiecluster Horst’.

Die visie mikt op een kwaliteitsimpuls van de parken en de verblijfsrecreatie van het totale gebied. Het plangebied ligt tussen het woonlint aan de Horsterweg (noordkant), de Kawoepersteeg (zuidkant), het buurtschap Horst/Zeeweg (westkant) en zorgcluster Veldwijk/Nijkerkerweg (oostkant).

Als de gemeenteraad in december ook instemt, wordt de visie ter inzage gelegd. Die kans is groot, want de omgevingsvisie is eigenlijk een vervolg, een nadere uitwerking van de toekomstvisie op de verblijfsrecreatie, die de raad al in 2016 heeft vastgesteld. Die toekomstvisie kwam tot stand in samenspraak met de parkeigenaren, omwonenden en andere direct betrokkenen.

In die toekomstvisie staat dat de gemeente voor het recreatiecluster Horst ruimte wil bieden om de parken óf te ‘vitaliseren’, óf om te vormen naar ‘wonen’. Als de nieuwe ontwikkelingen maar niet het huidige bosrijke,  lekker rustige en ruimtelijke karakter van het gebied aantasten.
Globaal mogen de parken nu kiezen uit drie toekomstperspectieven: behoud van recreatie, omvormen tot woonpark óf het herstructureren naar nieuwe functies. Wethouder Hans de Haan, portefeuillehouder van onder andere ‘Vitale Vakantieparken’, weet nog niet welke parken voor welk perspectief kiezen. “Op dit moment zijn de eigenaren nog bezig met het opstellen een parkplan”, weet hij. “Het kan ook best zijn dat er parken bij zijn, die helemaal niets willen doen. Dat vinden wij als gemeente ook prima. Er is geen verplichting. Wel gaan we dan kijken of alles op orde is, zoals brandveiligheid en handhaven we daarop.”

Volgens De Haan zijn er ook tussenvormen denkbaar. “Ze hebben ook de mogelijkheid om de recreatieve functie te behouden en daar waar nu permanente bewoning is, die te laten voortbestaan. Maar dat is wat ons betreft straks wel aan een maximum gebonden. Maximaal mag straks twintig procent van de recreatiewoningen van een park ingezet worden voor tijdelijke bewoning. En dat is dan bovendien tijdgebonden, dus voor één of twee jaar maximaal. Dat beslist de burgemeester.

Dat er parken zijn die willen omvormen naar natuur, verwacht de wethouder niet. “Of er zou in het kader van de stikstof-discussie straks een geweldige mogelijkheid liggen om van een park weer bos te maken. Maar dat verwacht ik eerlijk gezegd niet. Wel denk ik dat er altijd wel een deel van de huisjeseigenaren, ik verwacht zo’n tien à vijftien procent, helemaal niets wil”.

De Haan weet al van een paar parken dat zij graag willen omvormen tot woonpark. Een paar ook willen volgens hem parken vormen met tweede woningen. “Ik denk dat als het een succes wordt, dus dat mensen er baat bij hebben, er al snel meer parken zullen volgen”. Eigenaren moeten straks wel meebetalen aan de voorzieningen waar ze baat bij hebben.

Of een vereveningsbijdrage, bijvoorbeeld als hun recreatiehuisje een ‘echte’ woonbestemming krijgt en daardoor ineens veel meer waard wordt. “Dat wordt nog buitengewoon complex. Een juridisch mijnenveld ook. Want het ene park heeft veel meer baat bij bepaalde voorzieningen, zoals bijvoorbeeld het verbreden van een weg, dan het andere. We kiezen er daarom ook voor om dat op parkniveau vast te stellen. Het ene park zal ook veel minder hoeven te investeren in het opwaarderen van de bestaande recreatiemogelijkheden dan het andere”.

De nieuwe omgevingsvisie loopt alvast vooruit op de Omgevingswet, die het straks mogelijk maakt om een breder bestemmingsplan voor het gebied te maken dan tot nu toe mogelijk was. Om dat te realiseren, wordt de raad nu ook alvast gevraagd ruim zes ton beschikbaar te stellen.