Pieter Omtzigt gaat als een trein in de peilingen (column)

Mijn oma heeft het mij laatst verboden om het over politiek te hebben met mijn opa. De meningsverschillen lopen regelmatig uiteen tot hevige discussies wat ten koste gaat van de sfeer aan tafel. Van klimaat tot migratie, mijn opa staat met zijn linkse mening lijnrecht tegenover die van mij.

Het lijkt dat we elkaar in politiek opzicht minder gaan begrijpen maar toch is er een verbinding

Mijn opa en ik schudden elkaar de hand als het gaat om Pieter Omtzigt. Deze schets zie ik steeds vaker. Pieter Omtzigt verbindt niet alleen links met rechts maar ook de Randstad met de rest van Nederland. Het is wellicht niet de treinverbinding waar Noord-Nederland zo naar verlangt, maar wel een politieke verbinding. Samen met Max Weber kijken we naar wat Omtzigt zo goed maakt.

Deze Duits socioloog was in 1919 een politieke filmster. Waar deze man ook kwam spreken, de zalen waren vol. Het was toen het Duitsland net na de eerste wereldoorlog. De keizer was net weg en er vonden daardoor overal machtsgevechten plaats. Maar midden in deze revolutionaire omwentelingen was er een moment van stilte. De stilte die Max Weber eind januari in 1919 creëerde toen hij zijn lezing “Politik als Beruf” hielt in een volle zaal met studenten en hoogleraren. Het was een adembenemend moment uit de politieke geschiedenis van Duitsland toen hij zijn ideale bestuur van Duitsland omschreef en de mensen daarmee verzekerde van een welvarende toekomst. Volgens Weber lag de taak bij de “toegewijde” politicus die verder eigenschappen als: charisma, gedrevenheid, inschattingsvermogen en verantwoordelijkheidsgevoel moest hebben.

Gedrevenheid
We leven deze tijd in een streng gepolariseerde samenleving, gecreëerd door de dominantie van de theoretisch opgeleiden uit de randstad. Deze groep (vaak reizend in de eerste klas) heeft sinds de komst van Fortuyn een naam gekregen; de politieke elite. Deze dominante politici van de gevestigde partijen hebben door de tijd heen geleerd om aan één aspect van het welzijn van de mens meer gewicht toe te kennen dan aan de andere aspecten. Het heeft ons vroeger vooruitgang opgeleverd maar kent in deze tijd vooral zijn schaduwkanten. Dit komt omdat de arrogante houding alleen maar erger word.

Sinds de komst van professor Fortuyn bepalen deze elite steeds vaker wie spreekt en wie niet. In een intellectuele arrogante sfeer is namelijk geen ruimte voor andere meningen. Denkt u maar aan het mogelijk verbieden van politieke partijen, het onbespreekbare migratieprobleem en het feit dat bij de NPO linkse partijen veel meer zendtijd (bij praatprogramma’s) krijgen dan het tegengeluid. De publieke redenering die volgens filosoof Sen elke uitkomst rechtvaardigt ontbreekt in de samenleving en daardoor ook de mogelijkheid om tot de waarheid te komen (filosoof Mill). Door deze manier van samenleven ontstaan er scheve conclusies. Eenzijdige conclusies waarmee de leefwereld van veel mensen niet worden erkent en daardoor hun belangen niet worden gediend. Een tegengeluid waarbij er geen eerste en tweede klasse bestaat is nodig om de onvrede van het volk in de politiek tegen te gaan en het land weer te verbinden.

Omtzigt is met zijn vasthoudendheid, uitermate redelijke aanpak, eigenwijsheid en duidelijke taalgebruik, de stem van een groot deel van het volk en daardoor wellicht het tegengeluid wat men zoekt. Deze directheid werd in het verleden vaak afgeschilderd als ‘populisme’ of ‘de stem van de onderbuik’, waarmee de elite de werkelijkheid probeerde te ontvluchten. Alsof de stem van de ervaring en emotie er niet toedoen.

De ex-CDA politicus maakt gebruik van een uitvinding van Richard de Mos. Deze ideologie put haar bestaansrecht uit de onmacht van de burgers en het verloren vertrouwen in de politiek. Men noemt het ‘Ombudspolitiek’. Dit gaat helemaal tegen de stroperige manier van het behartigen van de belangen van de burgers in. De Mos definieert de politicus hier als ombudsman waarbij de volksvertegenwoordigende taak met stip op nummer één staat, met daaraan gekoppeld een snel en daadkrachtig politiek handelen. Het is het type bedrijven van politiek waarin je de mensen ontmoet en hun aanhoort, en waarbij dan geen probleem te klein is. Luisteren is hierbij cruciaal volgens Haags raadslid Ralf Sluijs (Hart voor Den Haag), we hebben tenslotte twee oren en maar één mond.

Deze Ombudsfilosofie vergt nederigheid, klantgerichtheid en een ijzeren discipline, maar het is ook een teken van leven voor de politiek en niet van de politiek. Pieter Omtzigt legt met zijn Ombudspolitiek op het platteland bloot dat de veranderingsrichting die het kabinet bepleit in hun ogen heel legitiem is, maar tegelijkertijd kan zorgen voor gepolariseerde verhoudingen in de samenleving en dat niet alles afdwingbaar is. Naast de tijd die Omtzigt in mensen steekt, heeft hij ook zijn werk in Den Haag. Al zijn sociaal-politieke activiteiten vergen een enorme gedrevenheid, een vereiste voor een goede politicus volgens Weber.

Charisma
We hebben gezien bij Kennedy en Fortuyn dat charisma belangrijk is om een land in beweging te krijgen. Denk hierbij aan de welbekende uitspraak: “ask not what your country can do for you, but ask what you can do for your country” (JFK). Dit kan een leider alleen bij het volk bereiken wanneer een leider charismatisch is en inspireert volgens Weber. Een eigenschap die Fortuyn duidelijk had, “wie had tenslotte verwacht dat bijna heel Nederland ging houden van een kale homo met drie kleine hondjes op schoot” (Ralf Sluijs).

Echt charismatisch is Pieter Omtzigt niet, toch wekt hij sympathie op bij het volk. Zijn populariteit is een mooi delicaat evenwicht tussen bescheidenheid en verwaandheid dat voortkomt uit de bewondering die mensen hebben voor zijn werk en dan vooral de positieve obsessie, ook wel de passie die hij heeft voor het dienen van de burgers.

De dossiervreter, heeft een grote gunfactor ten opzichte van andere politici. Dit komt doordat hij slecht is behandeld door het CDA en vervolgens nog slechter door de coalitiepartijen (Omtzigt functie elders). Deze partijen hebben er niet van geleerd en proberen hem iedere dag nog naar de afgrond van een burn-out te duwen. De Twentse volksvertegenwoordiger wordt gezien als een vrijwillige afsplitser en ontvangt dus 75% minder ondersteuning dan een eenmansfractie. Doordat Omtzigt in tegenstelling tot van Haga niet als zo’n eenmansfractie wordt gezien heeft hij ook geen stemrecht in commissies. En als kers op de taart wordt zijn harde werk en toewijding beloond met halve spreektijden wanneer er geen wetgevingsoverleg is. Het handelen van het kabinet zorgt voor een opmerkelijk paradox. Door Omtzigt dwars te zitten en zijn invloeden te beperken, wordt hij in Nederland meer en meer geliefd. Dit resulteert in een voorspelde verkiezingsoverwinning. Charismatisch? Niet echt, maar daarmee niet minder populair.

Inschattingsvermogen en Verantwoordelijkheidsgevoel
Over leven voor of van de politiek maakt de Duitse socioloog een duidelijk verschil. Leven van de politiek is voor de slechte leiders. Dit zijn de politici die de regering niet controleren en klakkeloos alles aannemen om zo hun positie te verzekeren. Een gevaar dus voor onze democratie. Volgens schrijfster Hannah Arendt is het belangrijk om als politicus en ambtenaar, ten allertijden zelf na te denken over de morele consequenties die het handelen kan opleveren (uit haar boek ‘Eichmann in Jeruzalem’). Men moet hierbij ook het lef hebben om een tegengeluid te laten horen wanneer iets indruist tegen hun geweten. Alleen op deze manier kan een bureaucratie goed functioneren.

Leven voor de politiek is volgens Weber een belangrijk aspect om je volledig over te kunnen geven aan een casus en hierbij verantwoordelijk te handelen. Dit noemt hij het ‘inschattingsvermogen’. Hier is Pieter Omtzigt een meester in. Hij bijt zich als een wolf op de Veluwe ergens in vast en laat niet meer los. Dankzij zijn vasthoudendheid en onderzoekskwaliteiten kon hij het kinderopvangtoeslagschandaal uit de doofpot krijgen. Het is deze kritische blik op de zelfgenoegzame bureaucratische overheid, wat bij mensen een Fortuynistisch gevoel oproept. Zo is Omtzigt voor veel mensen een bevrijder maar voor de gevestigde orde een zwart schaap. Zoals Boeddha al zei: “een goede leraar moet zowel inspireren als irriteren.”

Minister-president Omtzigt
Sinds de dood van Fortuyn lijkt de kiezer nog altijd opzoek te zijn naar het gezond rechtse verstand wat zo dicht als mogelijk bij het Fortuynisme komt. U ziet dit bijvoorbeeld wanneer er een centrumrechtse partij opduikt en vaak direct zeer populair is. Toch lijkt geen één partij het in zich te hebben aan dit geluid te voldoen. De PVV “onrealistisch” en de FVD “te idioot”. En JA21, BVNL en BBB dan? Als ik de peilingen moet geloven laat Omtzigt zich niet ontsporen en lijkt de burger met 30 zetels toch te kiezen voor de Weberiaanse politicus, en wellicht terecht ook. Een betrouwbare machinist die met gedrevenheid, inschattingsvermogen, verantwoordelijkheidsgevoel en een gunfactor, nooit zorgt voor vertraging. Beste Mark Rutte let u op? Hopelijk gaan de mensen inzien dat de minister-president wel degelijk een goed geheugen heeft, omdat hij alle verkiezingsbeloftes moet kunnen herinneren die hij vergeten moet. Want de VVD beloofd ons in verkiezingstijden licht aan het eind van de tunnel, maar niemand weet dat dat de koplichten zijn van een aankomende trein.

Uiteindelijk zal Pieter Omtzigt zich moeten bewijzen als bestuurder, waar we zijn nut gaan beoordelen naar de mate waarin hij andere politici weet te beletten hun plannen uit te voeren en daarmee het mogelijke tot stand brengt. We gaan nog niet te veel vooruitlopen op de zaak aangezien de LPO nog lang niet in beeld is, wel blijft de conclusie dat Omtzigt ons niet hoeft te beschermen tegen de gevaarlijk uitziende wolf (rechtse partijen) maar juist tegen de herders (de coalitiepartijen) die ons slechts hoeden voor wol.

“Want wat onze vaderen en voorvaderen bij elkaar gebracht hebben daar dienen wij zuiniger mee om te gaan dan we op dit moment aan het doen zijn.” (Pieter Omtzigt).

Lloyd Leonard Opdam