Uitgebreid onderzoek naar betere verbindingen door overlast dichte spoorbomen in Ermelo

Vorig jaar zijn er meer spitstreinen gaan rijden op het traject Zwolle-Amersfoort. Dat betekende voor Ermelo onder andere: vaker dichte spoorbomen en dus vaker wachten. 

Hierdoor rees bij inwoners en gemeentebestuur van Ermelo opnieuw de vraag hoe deze overlast verminderd kan worden

‘Opnieuw’ omdat in de jaren 2012-2016 deze vraag ook speelde en er toen al – naar aanleiding van een onderzoek – het nodige verbeterd is. In samenspraak met Prorail werd daarom nu gekozen om een Value Engineeringsonderzoek (VE) te doen.
 
Hoe verbeteren we de verbinding?
Sinds lange tijd doorkruist het spoor Ermelo. Waar voorheen de dorpskern vooral aan één kant van de spoorweg zat is nu ook de westelijke kant een belangrijk onderdeel van het dorp geworden. Om naar het centrum te gaan, kan men regelmatig dichte slagbomen aantreffen. Dichte slagbomen kunnen irritatie opwekken indien men te vaak en te lang moet staan wachten. De hoofdvraag van het VE luidde dan ook als volgt: Hoe kan de verbinding tussen de twee delen van Ermelo, die gescheiden worden door het spoor, worden verbeterd? 
 
12 oplossingsvarianten met verschillende prijskaartjes
In een aantal zogenaamde stoomkooksessies  waarbij medewerkers van Prorail, ingenieursbureau 4Infra, ambtenaren Ermelo, en twee raadsleden aanwezig waren, zijn oplossingen bedacht en zijn financiële inschattingen gemaakt. Voor  twaalf mogelijke varianten die bedacht werden, verschilt de investering van ongeveer € 1 miljoen tot wel € 850 miljoen, waarbij ook nog eens rekening moet worden gehouden met ruime marges. Met de VE is nu een eerste stap gezet naar de optimalisatie van een of meerdere overwegen, waarbij weg- en spoorverkeer elkaar kruisen.
 
Opdracht tot verder onderzoek
Afgelopen week heeft het college van burgemeester en wethouders de opdracht gegeven om een projectvoorstel te schrijven voor verder onderzoek., waarbij de overgang bij het station een voorrangspositie heeft. Ook moet het rapport inhoudelijke input geven voor de mobiliteitsvisie.