Gerard Dijkhuis, halve eeuw in dienst van de gemeente Ermelo

Ermelo 50 jaar zelfstandig is best een lange tijd. Een tijd waarin je natuurlijk van alles en nog wat meemaakt. Inwoners en medewerkers delen hier hun verhaal met jou. Hun herinneringen, en hun mooie en leuke momenten.

Van dichtbij zag hij alles in Ermelo veranderen

Gerard Dijkhuis foto gemeente Ermelo
(Gerard Dijkhuis - foto gemeente Ermelo)

Gerard Dijkhuis (65) werkt in september precies vijftig jaar bij de gemeente Ermelo. Van leerling-tekenaar ontwikkelde hij zich tot ontwerper en calculator en later opzichter en projectleider. Inmiddels is hij adviseur water en riolering. Best bijzonder: een lange loopbaan bij één werkgever. Hoe kijkt hij terug op die halve eeuw? En op welke manier is het werk veranderd?

De afspraak met Dijkhuis is bij het gemeentehuis. Op weg naar de vergaderzaal voor het interview wandelen we langs lege afdelingen. Het is volop vakantietijd. Bovendien werken veel collega’s thuis, vanwege de lockdown. Gelukkig is flexwerken tegenwoordig heel normaal. Vijftig jaar geleden, toen hij begon, was dat wel anders. ‘Ik was vijftien en net klaar met de mavo. Mijn vader las ergens dat de gemeente een leerling-tekenaar zocht en hij wilde dat ik solliciteerde. Ik weet nog dat het voltallige college bij het sollicitatiegesprek aanwezig was. Ik was nog echt een broekie en dan zo’n heel gezelschap voor je neus. Ja, dat maakte wel indruk.’

Dijkhuis werd aangenomen en mocht onder meer de lichtdrukapparatuur schoonmaken waarmee bestektekeningen werden vermenigvuldigd. Een vies karweitje. En op maandag zette hij alles weer klaar voor de tekenaars. ‘Het gemeentehuis zat toen in het Huis van Barmhartigheid. Daarnaast had je een noodgebouw waar de dienst Gemeentewerken zat. Later huurden ze ook nog een kantoor van de VAD-garage. Het was klein en overzichtelijk. De bode was in zijn eentje en had veel werk; die zette alles klaar en verzorgde ook de dagelijkse post. Een lift was er niet, dus hij moest steeds de trappen op met al die mappen en dossiers. En ook nog naar de bijgebouwen. Ideaal was het niet.’

Sigaren
Maar wel gemoedelijk en gezellig, weet Dijkhuis nog. Als de bestuurders de wekelijkse collegevergadering hadden gehad, bleven er vaak sigaretten en sigaren over. Die werden dan rondgedeeld, vertelt hij. ‘De toenmalige directeur gemeentewerken organiseerde op vrijdagmiddag altijd een weekafsluiting. Dan regelde hij bier, worst en kaas en dan zat je om vier uur even bij elkaar. Toen eind jaren zeventig het nieuwe gemeentehuis klaar was, is dat moment wat verwaterd. Er kwam iets meer afstand tussen collega’s en afdelingen.’

Toch was Dijkhuis blij met dat nieuwe, ruimere gemeentehuis. Als geboren Ermeloër voelde hij zich ook wel trots. ‘Maar niet iedere ambtenaar zal dat hebben gevoeld. Er werkten bijvoorbeeld in het begin ook nog veel Nunspeters die in dienst bleven na de splitsing. Toch kwamen de meeste collega’s uit het dorp zelf. Dat had ook wel wat. Iedereen op de fiets.’

Dijkhuis heeft twaalf jaar gestudeerd, naast het werk. Een schriftelijke studie per post. ‘Dan kreeg je dikke enveloppen thuis met alle opdrachten. Ik wilde tekenaar en later ook ontwerper worden. Daar heb ik heel wat uurtjes ingestoken. Ik heb ook lange tijd in het eerste van DVS’33 gevoetbald en daar trainde ik twee keer per week voor. Dus bij elkaar was het best veel. Maar een mooie tijd, absoluut.’

Winkelcentrum De Enk
Ermelo is in vijftig jaar flink uitgebreid en opgeknapt, constateert Dijkhuis. Goed, niet overal pakt dat even gunstig uit. Zo vindt hij het jammer dat er in het centrum ongemerkt veel bomen zijn verdwenen. Maar over alle voorzieningen valt weinig te klagen. Dijkhuis was als civiel ontwerper indertijd betrokken bij de inrichting van het gebied rond winkelcentrum De Enk en de Stationsstraat, maar tekende ook mee aan het ontwerp voor wijkcentrum De Leemkuul in West en bovendien ontwikkelde hij het parkeerterrein op de Markt. Midden jaren tachtig was hij betrokken bij het grote rioleringsproject in Speuld, Staverden, Horst en Telgt. Van dichtbij zag hij alles veranderen.

 ‘Eind jaren tachtig kregen we de eerste computer op de afdeling en daar zat zelfs al een kleurenscherm bij. Maar niemand wist hoe dat apparaat werkte. Ja, dat was iets nieuws. Dat digitale is natuurlijk steeds verder gegaan. Die eerste jaren in het nieuwe gemeentehuis kregen we dagelijks twee grote zakken vol post. Nu gaat bijna alles via de computer.’

Afgebakende taken
Een ander duidelijk verschil is het takenpakket. Voorheen waren er allerlei ondersteunende diensten. Bijvoorbeeld voor het registreren en archiveren van stukken. Nu moeten beleidsmedewerkers meer zelf doen. ‘Je bent veel meer verantwoordelijk voor het hele plaatje. Indertijd had iedereen afgebakende taken. Da’s echt anders. Maar daar groei je ook in mee.’

Het contact met de inwoners is enorm belangrijk. De laatste jaren is daar meer aandacht voor. Dijkhuis vindt dat belangrijk en merkt hoe goed het is om korte lijnen te houden. ‘Ik geef ook vaak mijn 06-nummer aan mensen. Je wilt dienstbaar zijn. Dat is in al die jaren niet veranderd. Voorheen kon je misschien gemakkelijker binnenlopen en stond je zo aan het bureau van een ambtenaar. Nu is dat wat afgeschermd, maar uiteindelijk doe je het allemaal voor de gemeenschap. Daar draait het om.’

(Bron gemeente Ermelo)